Ingezonden stuk John Bakker "De ontwikkeling van de hockeystick en spelregels"
1-4-2015
Ontwikkeling van hockeystick en regels.
Het onvolprezen Wikipedia
geeft een inkijk in de historie van onze hockeystick. Het marmeren reliëf van
ca. 510-500 v. Chr. uit Kerameikos, de begraafplaats van het oude Athene laat
een vroege bully zien. Een beetje anders dan wij nog hebben geleerd, maar toch
heel geloofwaardig. De vindplaats doet vermoeden, dat wie dit spel beoefende,
in hoog aanzien stond. Ik heb hierbij
een associatie met een vroegere
ijshockeymaat van mij, die op zijn graf in Jorwerd een ijshockeystick als heeft,
o door de friese kunstenaar Ids Willemsma. De oude steen uit Athene vertelt
niet direct of de ondergrond zand, gras of ijs was, maar afgaande op de
schaarse kleding lijkt ijs minder waarschijnlijk. In het reliëf zijn nog geen
scheenbeschermers en gebitsbeschermers waar te nemen. Het aardige historisch
overzicht laat wel zien dat spelen op ijs een belangrijke rol heeft gespeeld in
de groei naar het tegenwoordige spel.
De vorm van de
ijshockeystick en de hockeystick is vermoedelijk omstreeks 1924 uit elkaar
gegroeid. Dat wil zeggen dat vanaf die tijd een hockeystick ontstond met een
platte kant en een ronde kant. Dit hield in dat vanaf dat moment veldhockey met
één platte kant werd gespeeld, in plaats van met twee. Wat een verlies dat is
geweest, daar kom ik straks op terug. De platte stick is nog aardig te
herkennen in de vooroorlogse stick uit Engeland, een originele Hazzels Ltd, die
al wel een ronde kant heeft. De steel is al heel licht gebogen. Laten we het
houden op 1930.
De meesten van ons hebben
al een halve eeuw sticks en spelregels voorbij zien komen. De veranderingen in
sticks zijn nog wel bij houden, maar het aantal spelregels snelt de digitale
ontwikkeling vooruit. Het helpt mijzelf ontzettend de spelregels iets te versimpelen.
Als ik een fluit hoor stop ik, als ik weer een fluit hoor begin ik weer. Mooier
kun je het niet krijgen.
Over de regels wil ik nog
wel iets meer kwijt. Daarna over de vorm van de stick, ik voorspel:
revolutionair.
Het definitief afschaffen
van de buitenspelregel was natuurlijk een prachtige stap. Tot dan toe werd
slechts de helft van het veld gebruikt. Door de ene partij de ene helft, door
de andere partij de andere helft. Want op de andere helft stond je praktisch
altijd buiten spel. Het was natuurlijk een intelligent idee om het hele veld te
gebruiken. Wie daarvoor is geëerd is mij helaas niet bekend, het moet een genie
zijn geweest. (Waaruit volgt dat meneer Blatter geen genie is, maar dat idee
had ik al). In de loop van jaren zijn vele onderdelen heen en weer bijgevijld
en weer opgedikt. Stick hoog. Stick laag, hetgeen nogal oneerlijk is want bij
een lange speler zit de schouder behoorlijk wat hoger dan bij een korte. Nu mag
hoog weer, maar hoe hoog, wanneer hoog? Het maakt de gemiddelde scheidsrechter
vroeg oud. De regel betreffend het zogenaamd afhouden is inmiddels vele malen
herzien, plus de mogelijk persoonlijke interpretaties van iedere
scheidsrechter, die elk zijn persoonlijk kleurenpalet afwerkt. Míj valt op dat
als ik achter iemand aan loop om de bal te bemachtigen, deze in rechte lijn
gezien voortdurende over deze rechte lijn heen en weer hipt, waarbij hij
volgens de scheidsrechter nooit afhoudt, maar wel voortdurend in de weg loopt.
Wat het een uitvinding! Stiekem verlang ik ernaar hem de stick tussen de benen
te duwen, om zo deze merkwaardige paringsdans te laten eindigen.
Dan hebben we het over op
de stick slaan. Iedereen weet dat het hardhandig op de stick van een ander
slaan heel onaardig is. Maar sinds de uitvinding van de carbonstick klinkt
ieder stickcontact als een geweigevecht van hitsige herten in een stil bos.
Zodat inmiddels elk geluid door de scheidsrechter wordt uitgelegd als slaan op een
stick, maar op welke blijft onduidelijk.
De boog van de haak is
aangepast, centimeter voor centimeter, ook de steel heeft de vorm van een gespannen
boog aangenomen, alles onder goedkeuring van internationale commissies,
deskundigen. Wie waren deze deskundigen? Doel was natuurlijk om het spel sneller
te maken. Maar nu de bal zèlf sneller is geworden, dient het verplichte bitje
zich aan omdat onze tanden nu eenmaal niet van carbon zijn. Het vervolg zal
zijn dat een neusbescherming verplicht zal worden, eindigend bij een
ijshockeyhelm, zoals die nu al door spelers bij uitlopen wordt gebruikt.
Dat is dan eindelijk een
goede ontwikkeling. Terug naar de basis, toen hockey nog op ijshockey leek. Een
stick die twee kanten heeft, die je beiden mag gebruiken. Weg met de
onnatuurlijke backhandbeweging, die rond 1924 is afgedwongen. Voetje aan de bal
geen probleem, net als bij ijshockey, zolang je de bal maar niet in het doel
schopt. Dat scheelt heel wat gefluit en strafcorners, aangewreven door
geniepers, die de bal even tegen de voet van de tegenstander duwen, daarbij ook
nog door spelers van het eigen team bejubeld. Afhouden afschaffen, gewoon een
schouderduwtje om de bal te bemachtigen.
Zo, nu het hockeyspel
weer tot zijn sobere oorsprong is teruggekeerd, nog iets over de stick. Het willekeurige
voordeel dat ooit is toebedeeld aan de rechtshandige speler, door een platte
kant aan linkerzijde van de stick verplicht te stellen, verdient ongedaan te
worden gemaakt door de stick van twee platte kanten te voorzien. Een sneller
spel, leuker voor kinderen om aan het spel te beginnen. Weg met de
levensgevaarlijke slag met de daarvoor nimmer bedoelde zijkant van de stick, al
een linke techniek in de handen van topspelers, maar een levensgevaarlijk en grillig
werktuig indien gebruikt door de overige 99,999 procent van hockeyspelers.
Een foto van het nieuwe
ontwerp heb ik bijgevoegd. Weliswaar een prototype, maar het voordeel is
evident. Twee platte kanten. En een afgesneden onderkant, zodat zelfs de
klassiek backhand mogelijk blijft. Veel
handelingsvrijheid met de stick, verassend voor de keeper, leuk voor wie het
hockeyspel nog moet leren.
Sobere regels, sober
materiaal. Terùg naar de Hollandse regels
van bijna een eeuw geleden, vóóruit met het spel.
Dit artikel zal ik ook
toezenden naar het blad Hockey, ik hoop
dat ook de mening van andersdenkenden op prijs wordt gesteld. Ik denk hierbij
aan een recente uitspraak in dat blad van Maartje Paumen, die ik zeer waardeer.
Mensen zien haar als een beest dat altijd wil winnen. Ze zegt: "Inmiddels heb
ik schijt aan wat iedereen van me
vindt.” Daar houd ik van.
John Bakker,
Zestigplusser, speler in
Leeuwarden, oud-speler van Soest